Terugmelders

Bij het bouwen van een modelbaan moeten vele keuzes worden gemaakt, zo ook voor de technische aspecten.
Zo is er een keuze gemaakt voor het rail materiaal, het digitale systeem en de besturing van de baan.
Voor de centrale was gekozen voor een Uhlenbrock. Deze is standaard voorzien van een loconet en een s88 bus waar terug meldingen mee gerealiseerd kunnen worden.
Voor het terugmelden van de informatie van de baan heb ik gekozen voor s88 bus omdat dit goedkoopste oplossing is.

Terugmelders die geschikt zijn voor de s88 bus worden door diverse leveranciers aangeboden.
In hoofdlijn kun je onderscheid maken tussen terugmelders die werken met een massa contact of een stroom detectie systeem.
Een massa contact terugmelder is geschikt voor bijvoorbeeld het Märklin systeem of bij gebruik van schakelcontacten (reed schakelaars) o.i.d.
Indien een ingang van de terugmelder wordt verbonden met de massa, zal de terugmelder een melding afgeven naar de centrale.
De verbinding naar massa kan door een schakelaar, reedcontact of door een verbinding door de as van de wagon (Märklin) laten vinden.
Voor het twee rail systeem wordt doorgaans het stroom detectie systeem toegepast bij een terugmelder.
Bij een stroom detectie systeem wordt er gemeten of er stroom wordt verbruikt in het te detecteren deel van de baan.
Is dit het geval, dan zal terugmelder een melding afgeven aan de centrale.
In beide detectie gevallen zal er sprake zijn van een bezetmelding.
Omdat ik een 2 rail systeem heb, is er gekozen voor een terugmelder met stroom detectie.
Er zijn diverse leveranciers die dergelijke terugmelders leveren, echter voor zeer uiteenlopende prijzen.
Ik heb gekozen voor de terugmelder s88N van Etecmo.
Deze terugmelder werkt op het massa detectie principe maar kan voorzien worden van stroom detectie middels de DBOD, een twee kanaals stroom detectie unit, ook van Etecmo.
Het grote voordeel hierbij is dat alleen de ingangen waarbij een stroom detectie nodig is, voorzien kan worden van een DBOD en de overige ingangen nog gebruikt kunnen worden voor bijvoorbeeld schakelaars, drukkoppen, relaiscontacten, magneet contacten, halgenerators of lichtsluizen.
De achter liggende gedachte was om in de toekomst ook gebruik te maken van schakelaars en drukknoppen om bepaalde functies te kunnen verrichten.

Een ander voordeel van de s88N van Etecmo was, dat deze naast de standaard s88 bekabeling ook aangesloten kan worden met een 8 polige kabel met RJ45 connectoren (CAT 5 kabel), hetgeen niet alleen het aansluiten eenvoudig maakt, maar is ook minder storingsgevoelig.
Daarnaast is de kabel op elke gewenste lengte te maken.
Indien je de kabel zelf gaat maken heb je daar een speciale krimptang voor nodig.
Ik heb bijna overal gebruik kunnen maken van standaard lengtes voor de CAT 5 kabel.
Slechts op één plaats heb ik de kabel in lengte moeten inkorten.
Op twee plaatsen zijn korte kabels met een standaardlengte van 50cm gebruikt omdat de s88N modules erg dicht bij elkaar zaten.

De bekabeling tussen de s88N module en de DBOD is relatief kort gehouden en bedraagt nooit meer dan 10 cm.
Een ander voordeel van het gebruik van de combinatie van een s88N terugmeldmodule en de DBOD is het toepassen van verschillende boosterkringen.
Je kunt deze per kanaal (is twee per DBOD) op een andere booster kring aansluiten.
Zo zijn er bij 3 terugmeldmodules 3 verschillende boosterkringen aangesloten (één module bevat 16 terugmeld ingangen) en bij één zelfs 4.
In totaal zijn er 8 van deze terugmeldmodules gebruikt in de baan, waarvan er twee (nog) niet helemaal bezet zijn.
Voor de toekomstige uitbreiding naar het rangeer gedeelte, loc depot en haven zijn er nog de nodige ingangen over.
Vooralsnog bestaat er geen plan om ook het rangeer gedeelte te automatiseren, dus het aantal aansluitingen zal toereikend zijn. (foto's zijn met toestemming van Etecmo geplaatst)

Hiernaast een (oude) foto van de manier waarop de DBOD's aangesloten zijn op de terugmelder, sporen en boosterkringen.
Om de plaatsing wat makkelijker te maken, zijn eerst de terugmelder en de DBOD'op een plaatje triplex geplaatst en zijn de DBOD's al aangesloten op de terugmelder.
Zo kan het complete geheel eenvoudig geplaatst worden en is het aansluiten van de boosterkringen, detectie rails en CAT kabel eenvoudig te doen.
Omdat er veel detectie punten in de totale baan zitten is het zaak dat goed wordt bijgehouden waar wat aangesloten moet worden.
Het plakken van labels lijkt een oplossing, maar de praktijk heeft uitgewezen dat het plakken van labels bij de sporen geen of weinig zin heeft, omdat de labels verdwijnen indien er senery aangebracht wordt en waarbij dit niet het geval is, zoals op het schaduwstation, wordt het later onleesbaar omdat je het simpelweg niet meer kunt aflezen.
De enige goede manier bleek te zijn om dit duidelijk in de tekening te vermelden en waar mogelijk dit aan de onderzijde van de tafel met een stift te noteren.
Ook aan de onderzijde is het plakken van labels niet echt een optie, omdat deze op den duur los kunnen raken.


Keuze rail materiaal

Na de grove schetsen van het banenplan moest er een keuze gemaakt worden voor het rail materiaal. Een van de belangrijkste afweging was het beschikbare ......

Digitale techniek

Door het enorme aanbod van verschillende digitale systemen, is het niet eenvoudig om een keuze te maken. Wel stond vast dat het DCC protocol ondersteund moest worden.......

Besturing

Er zijn verschillende software pakketten die een geautomatiseerde treinloop mogelijk maken. Sommige zijn zeer beperkt, de andere heeft zeer uitgebreide mogelijkeheden .....

" Als je de sporen volgt, kom je vanzelf op het eindstation. "