Het schaduwstation

Een van de belangrijkste knooppunten in de baan vormt het schaduwstation.
Om tot een goed ontwerp te komen moet het schaduwstation voldoen aan een aantal voorwaarden.
Voor mij waren de belangrijkste voorwaarden:

1: Er moeten voldoende opstelsporen beschikbaar zijn,
2: De opstelsporen moeten lang genoeg zijn,
3: Bereikbaarheid tot de sporen moet voldoende zijn.


De baan is in een U vorm gebouwd waarvan beide zijde nagenoeg even breed zijn en hebben beide 9 opstelsporen.
De oorspronkelijke opzet van het schaduwstation wijkt af van hetgeen de tekening nu laat zien.
In het eerste ontwerp, die overigens zonder uitgewerkte tekening was gebouwd, bestond het schaduwstation uit twee gescheiden stukken waar aan elke zijde 8 opstelsporen waren gesitueerd (voor elke richting 4 sporen) en waarbij beide delen werden verbonden door een enkelvoudige verbinding.
Bij het toenmalige ontwerp was het echter niet mogelijk om met zeer lange goederen treinen te rijden omdat de lengte per spoor gewoonweg te kort was.
Daarom is er een extra opstelspoor aan de binnen zijde gemaakt die direct doorloopt en is de totale lengte in tweeën gedeeld (blok 1 en blok 6).
Hierdoor kunnen ook de langere goederentreinen worden "geparkeerd" in het schaduwstation.
In een later stadium is er ook een extra omloopspoor aangelegd (blok 42 en blok 12).
Dit is ten koste gegaan van een opstelspoor dat aansluiting vond naar het uitgaande spoor (blok 42 was eerst blok 12 en had aansluiting op blok 25).
Deze omloop was nodig omdat op het hoofdstation gebruik gemaakt wordt van een kopspoor, waarbij de treinstellen via overloopwissels terug keren op het tegengestelde spoor.
Het zelfde gebeurd ook bij de parade baan. Ook hier keren de treinen terug over het tegengestelde spoor.
In beide gevallen komen de trein terug in het zelfde deel van het schaduwstation (via blok 2) zonder de mogelijkheid te hebben om weer in de andere richting (middels een tweede keerlus) terug te keren.
Door de aanleg van een extra omloopspoor wordt dit probleem opgelost.

schaduwstation

Verklaring van de tekening.

In de tekening zijn diverse sporen in verschillende kleuren aangegeven.

Kleur Benaming Verbinding
Rood Meldspoor Aangesloten op terugmelder
Geel Spoor Booster 1
Groen Spoor Booster 2
Donker blauw Spoor Booster 3

Verder zijn er nog gekleurde blokken aangegeven.
De donkerblauwe blokken met een cijfer zijn wissel decoders, het cijfer geeft het volgnummer van de decoder aan.
Grijze blokken met rode letters geven aan dat daar de spoor bezetmelders en terugmelder is geplaatst.

Zoals eerder gezegd, moet een schaduwstation goed functioneren, omdat de toegang beperkt is.
Het hoogte verschil is (effectief) maar ongeveer 200mm, en blijkt achteraf toch nog vrij krap te zijn indien er bijvoorbeeld ontspoord materieel van de baan gehaalt moet worden.
Indien de baan opnieuw opgezet zou worden, dan zou ik de effectieve afstand vergroot hebben tot minimaal 500mm.
Om te beginnen zijn eerst alle wissels aangesloten. De wissels zijn aangesloten op Motorola decoders van Viessmann.
Nadat alle wissels waren aangesloten, decoders juist waren geprogrammeerd en de werking van de wissels waren getest, zijn de spoorbezetmelders aangesloten.
De spoorbezetmelders (stroomdetectie) zijn van Etecmo en zijn verbonden aan de s88 terugmeldmodule, eveneens van Etecmo.
Om de wissels te testen is er nog geen gebruik gemaakt van een aparte voeding voor de wissels, maar zijn deze direct op de booster aangesloten.

Aansluitend hierop zijn de helixen gebouwd tot de hoogte van niveau 0 (270 mm stijging).
Om na te kunnen gaan of alles goed functioneerde zijn op het 0 niveau 2 tijdelijke keerlussen gemaakt (zie foto's hier onder) zodat de baan "doorlopend" getest kan worden.
Voor het schaduwstation is het heel belangrijk dat er geen materieel uitloopt/ontspoord en dat alle wissels en melders goed en betrouwbaar werken.

De eerste test.

Na het "rond" leggen van de baan, het aansluiten en testen van alle wissels en bezetmeldpunten was het tijd om de eerste rondjes te gaan rijden.
Om te testen zijn de verschillende booster aansluitingen (dus de aansluiting van de gele, groene en donker blauwe sporen) direct verbonden met de boosteruitgang van de Uhlenbrock centrale.
Gedachte hierachter is om zo min mogelijk apparatuur in te zetten om het goed te testen.
Om alles te controlleren is eerst proef gereden zonder gebruikt te maken van computer besturing.
Indien alles goed functioneert, kan de zaak nadien definitief opgesplitst en aangesloten worden.
Nadat alles uitgebreid was getest en de nodige perikelen rond de helixen waren opgelost (zie De bouw van de Helixen), is begonnen met het maken van de eerste database in Koploper.

De eerste test met koploper.

Het eerste programma in Koploper bestond uit het rondrijden met meerdere treinen over hetzelfde traject.
Hierbij werden nog geen wisselstraten gedefinieerd maar zijn de wissels met de centrale goed gezet.
Nadat dit goed bleek te functioneren is het programma uitgebreid met een wisselstraat in het eerste deel van het schaduw station (blok 3, 7, 8, en 9).
Na de invoering is dit opnieuw getest en zo is er telkens uitgebreid totdat er volledig functionerend schaduwstation was.
In het programma is ook aangegeven welke sporen door goederen of personen treinen bereden mogen worden.
Voor het goederen verkeer is nog eens een opsplitsing gemaakt voor lange goederen treinen, zodat de sporen die bedoeld zijn voor lange goederen treinen niet door "normale" goederentreinen worden bezet.
Meer over de automatisering van de baan vind je in het hoofdstuk "Techniek/besturing".

Aanpassing aan het schaduwstation.

Door de uitbreiding met een museumlijn naar het kasteel, moest er een retour aansluiting gemaakt worden naar het schaduwstation.
Hierdoor is er een kleine aanpassing gemaakt in het schaduwstation.
Hoe het inmiddels is uitgevoerd staat afgebeeld op onderstaande tekening.
Bij de letter C wordt de baan aangesloten op het dalende gedeelte van de helix zoals is aangegeven op de parade baan tekening.

schaduwstation2
Wat je misschien opvalt, is dat er in de nieuwe helix een stuk spoor paars gekleurd is.
Dit heeft te maken met het stuk spoor dat omgepoold moet worden omdat we hier te maken krijgen met een keerlus.
De kleuren tabel is hiervoor aangepasten ziet er nu als volgt uit:

Kleur Benaming Verbinding
Rood Meldspoor Aangesloten op terugmelder
Paars Ompoolspoor Booster 2 of 4
Geel Spoor Booster 1
Groen Spoor Booster 2
Donker blauw Spoor Booster 3
Licht blauw Spoor Booster 4

Wissel W16-04-4 is geplaatst om de aansluiting op het schaduwstation te maken.
Het voormalige blok 8 was in eerste instantie bedoeld als goederen opstelspoor voor goederentreinen, maar doordat blok 8 wordt ingekort door de nieuwe wissel, is ervoor gekozen om blok 9 hiervoor te selecteren.
Dit heeft als voordeel dat nu het langste spoor voor goederen verkeer is en kunnen er nu ook langere goederentreinen staan.
Blok 3 is bedoeld voor goederen en personen verkeer en blok 7 alleen voor personen verkeer.
Blok 8 zal nu alleen gebruikt worden voor korte treinstellen en het museumlijn verkeer.
In een later stadium zal de lengte van het spoor bepalend zijn voor de treinen die daar opgesteld kunnen worden.

Terug naar Baanplan





Haven,rangeer,loc depot en hoofdstation

Gezien de diversiteit aan beschikbaar materieel is er geen eenduidige keuze gemaakt voor een land. In de verzameling kwam Nedeland, Duits, Zwitser en .....

Parade baan

Een belangrijke afweging bij het ontwerpen en bouwen van de baan is de keuze voor de techniek. Hier is gekozen voor digitale techniek in combinatie met .....

" Als je de sporen volgt, kom je vanzelf op het eindstation. "