Hoofdstation

Het hoofdstation vormt eigenlijk het hart van het treinverker op deze modelbaan.
Al het treinverkeer dat over de baan gaat, komt hier voorbij en kan op sommige momenten voor de nodige drukte zorgen.
De treinloop is volledig geautomatiseerd en wordt geregeld vanuit het programma koploper.

Één van de wensen was om een groot station te realiseren, maar vraagt vaak ook om een enorme ruimte.
Gezien er toch maar een beperkte ruimte beschikbaar is, heb ik een aantal dingen moeten laten vallen of anders op moeten lossen.
Zo wilde ik graag een draaischijf met loc loodsen bij het station hebben, maar dit leverde een aanzienlijke problemen op ten aanzien van de beschikbare ruimte.
Ook voor eventuele uitloopsporen heb ik af moeten zien omdat de beschikbare ruimte onvoldoende bleek om het zodanig in te vullen, dat het nog een beetje toonde.
Uiteindelijk is het ontwerp uit gekomen op 4 doorgaande sporen, waarbij één spoor vrij ligt van de perrons en zal alleen voor goederen verkeer worden gebruikt.
Daarnaast heeft het station ook nog een kopspoor.
Dit kopspoor is bedoeld voor korte treinstellen en de "Gazener Zug" stellen voor de museumlijn.


Om de vindbaarheid over de bouw en aanleg van het station te vergroten, is er weer een keuze menu gemaakt om snel naar een bepaald deel te kunnen springen.


Keuze menu:

Het stationsgebouw.
De loopbrug.
Het perron (oostzijde).
Het perron met overkapping (noordzijde).
Aangrenzend bus station.
De seinen.
De bovenleiding.



Het Stationsgebouw.


Het stationsgebouw is een (oud) model van Bohn uit de bouwserie van Faller.
Hoewel de schaal niet helemaal klopt, is hij groot genoeg voor een groot station en klein genoeg om nog "ruimte" voor andere dingen te hebben.
Aan het stationsgebouw is vrijwel niets gewijzigd.
Het station heeft echter nog een andere functie op de baan gekregen.
Buiten het fungeren als hoofdstation is de hole ruimte onder het stationsgebouw gebruikt om daar de stroom detectie en terugmeldmodules te plaatsen.
Op deze manier blijft de elecronica voor eventuele aanpassingen of storingen makkelijk bereikbaar.

Natuurlijk is het station voorzien van (LED) verlichting. Ook de perronoverkapping heeft LED verlichting gekregen.
Hierbij zijn warm witte SMD LED's gebruikt (SMD 1206 formaat), die aangesloten zijn d.m.v. spoelendraad (gebruikt van een defecte oude magneetspoel voor een wissel).
Deze draad is zo dun dat deze niet meer is waar te nemen indien dit onder de overkapping wordt aangebracht.
Er zijn telkens 3 LED's in serie gezet waarbij de begrenzingsweerstand in het stationsgebouw is aangebracht.
De LED's hebben een zeer hoge lichtopbrengst waardoor een lage stroom voldoende is om toch voldoende licht te geven op het perron.
Er wordt een regelbare spanningsbron gebruikt (regelbaar tussen 6 en 10 Volt)om de intensiteit van het licht te regelen. De weerstandswaarde voor de begrenzingsweerstand is 1K2. De maximale stroom is hierdoor slechts 5mA.
Om armaturen na te bootsen is gebruik gemaakt van dunne kabel mantel (ca 4mm) en deze in de lengte door te snijden.
Vervolgens is de SMD LED vastgelijmd in de "armatuur" en is deze armatuur aangebracht aan de onderzijde van de overkapping.

Keer terug naar menu.

De loopbrug.



Om het perron aan de oostzijde vanuit het station bereikbaar te maken, is een loopbrug of tunnel mogelijk.
Omdat ik gecharmeerd was van een reeds in mijn bezit zijnde loopbrug van Faller, wilde ik die graag gaan gebruiken.
Deze loopbrug bleek echter te kort te zijn.
Er waren nu een tweetal mogelijkheden; het railplan herzien waardoor de perrons anders kwamen te liggen, of gebruik maken van een tweede zelfde loopbrug om de bestaande loopbrug te verlengen.
Om het railpan te wijzigen moesten er concessies gedaan worden die de totale lengte van de perrons drastisch deed verminderen.
Daarom heb ik de keuze gemaakt om de brug te verlengen door een tweede (zelfde) loopbrug te gebruiken.
Na wat rondstruinen op het internet en beurzen een zelfde gave loopbrug gevonden.
Bij het "verbouwen" van deze loopbrugen zijn de grondplaten verwijderd.
Door ook de trapgalerij van de 2e loopbrug te hergebruiken en een wand aan het uiteinde van de bestaande loopbrug aan te passen, is er een loopbrug ontstaan, die op het perron aan de oostzijde aan beide zijdes een in/uitgang heeft.




















Tijdens het aanpassen van de loopbrug zijn ook de dakdelen voorzichtig verwijderd en was dit een prima gelegenheid om ook LED verlichting aan te brengen.
Ook hier zijn de elektrische aansluiting door dun spoelendraad gedaan.
Omdat de draad erg dun is kan deze eenvoudig langs een paal naar beneden gebracht worden en door deze vervolgens samen met de paal te schilderen, is de draad niet meer zichtbaar.





















Keer terug naar menu.

Het perron (oostzijde).

Om lange perrons te realiseren die mooi tussen de sporen passen, zijn de perrons zelf gemaakt.
De basis bestaat uit een laag architecten karton van 8mm dik. Deze is makkelijk te snijden met een scherp mes en heeft een glad oppervlak.
Een scherp mes is belangrijk om de zijkant mooi glad te krijgen.
De binnen laag bestaat uit foam die makkelijk kan afbrokkelen indien je geen scherp mes gebruikt.
Bij deze laag is er een afstand van 6mm tussen spoorbiels en perron aangehouden om voldoende spelling te hebben.
Het gebruikte architecten karton heeft echter onvoldoende lengte om het gehele perron uit een stuk te kunnen maken, dus zijn er verschillende delen gemaakt om de complete lengte op te kunnen maken (ca 1800mm).
Één van de grote voordelen van zelfbouw is, dat elke gewenste vorm kan worden gemaakt.
Zo is het ook hier het geval. Het uiteinde van het perron kan "meebuigen" met het spoor patroon hetgeen een mooi lang perron als eind resultaat heeft.
Na het aanbrengen van de basis laag is de uiteindelijke hoogte nog onvoldoende voor een perron.
Op deze laag wordt een dunne plaat styreen aangebracht (2mm),waarbij deze aan elke zijde 3mm over de onderlaag (het architecten karton dus) heen steekt.
Ook hier geldt dat het gehele perron niet uit 1 plaat kan worden gemaakt en zijn ook hier meerdere delen gebruikt om de volledige lengte te maken.
Door de delen later aan elkaar te verlijmen, is de naad echter nagenoeg onzichtbaar door de weekmakers in de lijm.
Na het op maat maken en verlijmen van de styreen platen, moeten deze op het architecten karton gelijmd worden.
Hier bleek het gebruik van gewone houtlijm uitstekend te voldoen.
Omdat de loopbrug gefixeerd moet worden op het perron worden op de plaats van de palen van de loopbrug kleine gaatjes geboord van 1,5mm.
In de voet van de palen van de loopbrug worden kleine stukjes draad aangebracht, die in de kleine gaatjes in het perron passen.
Na het plaatsen van de loopbrug op het perron, kan deze niet meer verschuiven en staat op deze manier dan stabiel op zijn plek.
Om te voorkomen dat het ook perron nog kan verschuiven, worden uit de onderzijde van het perron in het midden en op ongeveer 300mm vanuit het uiteinde stukken van 30x50mm uitgesneden.
Door op de basisplaat op deze plek een klosje te monteren van 30x45x6mm kan het perron hierop geplaatst worden zonder dat deze in de breedte nog kan verschuiven.
Voordat het perron definitief op zijn plaats komt, wordt eerst het perron geschilderd met betonverf van Heki.
Om een mooi glad en gedekt oppervlak te krijgen kan dit het beste met een roller worden aangebracht.
Omdat de loopbrug is voorzien van verlichting en de aansluitdraden aan de oostkant zitten, moet het gaatje voor de paal waar de aansluitdraden lopen worden doorgeboord, zodat de aansluitdraden door dit gat naar onderen geleid kunnen worden.
Om het perron nog verder te verfraaien worden lantaarns, informatie borden en banken aangebracht.
Het Preiser volk zetten we later wel in de plak, de treinen rijden nu toch nog niet op tijd.

Keer terug naar menu.

Het perron met overkapping (noordzijde).

Sluitstuk van het hoofdstation is het perron aan de noordzijde die is voorzien van een overkapping.
De overkappingen zijn ook van het merk Faller die enigzinds zijn aangepast.
Omdat ook hier de perrons zelf gemaakt zijn, is ook bij de overkapping de grondplaat verwijderd.
Deze perrons zijn op eenzelfde wijze gemaakt als hiervoor is beschreven.
De totale lengte van deze overkappingen bestaat uit twee overkappingen.
Voor het plaatsen is er eerst onder de overkapping LED verlichting aangebracht.
De moeilijkheid hierbij was dat er twee losse overkappingen waren en ik maar 1 aansluiting voor de verlichting wilde hebben.
Omdat hierbij gebruik gemaakt is van LED strips, er slechts één aansluiting mocht komen, zijn beide overkappingen tegen elkaar gelijmd.
Het probleem echter bij het tegen elkaar brengen van deze twee overkappingen is, dat er twee palen pal naast elkaar komen te staan.
Dit is natuurlijk geen fraai gezicht en hiervoor is van het rechter dakdeel de zijkant weggehaald en is er ca 2mm van het dak en draagdeel weg gesneden.
Hierdoor kan de paal van het rechter deel vervallen, zodat beide draagdelen op een enkele paal rust.
Hoewel de rechter kap in lengte nu 2mm korter is geworden, valt dit nauwelijks op.
Nu was het aanbrengen van de LED strips ook een stuk eenvoudiger geworden en konden deze eenvoudig met elkaar doorverbonden worden.
Normaal gesproken is de overkapping geschikt voor twee sporen, maar hier was echter maar 1 spoor aanwezig.
Door de overkapping echter anders te plaatsen en de perrons aan beide zijde een andere vorm (breedte) te geven, is er plaats voor 1 spoor en voldoende ruimte voor de (wachtende) reizigers.

In dit gedeelte van het station zullen alle korte treinstellen (maximaal 3 delig) die in een pendeldienst zijn opgenomen, aankomen en vertrekken.
Al deze treinstellen zijn diesel of dieselelectrische treinstellen en is bovenleiding hier niet nodig.
Door een onlangs aangekocht elektrisch treinstel is dit plan echter gewijzigd en moet ook dit gedeelte van het station "onder de draad" gebracht worden.


Keer terug naar menu.

Aangrenzend bus station.


Naast een treinstation hoort natuurlijk ook een bus station.
Nu was er niet zo heel veel plek om aan de stationsgebouw zijde een busstation te maken, maar een bus stopplaats was nog wel mogelijk.
Deze stopplaats is aan de rechterzijde van het kopspoor gesitueerd.
Om de bus van de hoofdroute te laten afbuigen naar deze stop plaats, moest er natuurlijk een wissel geplaatst worden.
Hoe deze gemaakt is kun je terug vinden in de bouw van de Inrichting rond het station.
Om een mooi aansluitend geheel te krijgen, is het perron voor de bus stopplaats in het verlengde van het smalle perron van het kopspoor geplaatst.
Het hoogte verschil is opgevangen door hier een kleine trap te maken over de hele breedte van het perron.

033

















Hoe de bouw van dezeze halteplaats tot stand is gekomen kun je vinden in FallerCar baan.
Daarnaast is het perron natuurlijk ook voorzien van een overdekte zitplaatst en wat zitbanken voor de wachtende passagiers.
Het geheel wordt nog wat opgevrolijkt door wat bloembakken en lantaarns.

Keer terug naar menu.

De Seinen.


Natuurlijk horen bij de sporen ook de nodige seinen te staan, dus ook hier.
Nu is er nogal wat keus in het gebruik van seinen.
Hier is gekozen voor de daglichtseinen naar voorbeeld van de DB.
Bij grote stations worden bij de verteksporen over het algemeen uitrijseinen gebruikt.
De kleine stations, die dan over het algemeen geen wissels in de lijn hebben liggen, kunnen ook voorzien worden van een blokseinen.
Het verschil zit hem in de opbouw en de lichten die daarin worden gebruikt.
Uiteindelijk is er voor op het station gekozen voor een 2 licht hoofdseinen.
Daarnaast zijn bij de uitgangsporen voor de tunnelportalen, voorseinen geplaatst.
Deze geven het seinbeeld van het volgende hoofdsein aan.
Dit hoofdsein is in de helix niet geplaatst en staat in koploper ook als fictief sein (met adres 0).
Het seinbeeld zie dan wel veranderen op het scherm, maar is niet daadwerkelijk aanwezig.
Het is dan wel makkelijk om hieraaan een voorsein te koppelen die dan wel werkelijk aanwezig is en daadwerkelijk aangestuurd kan worden.
040 042

















Op het station zijn er drie sporen die in beide richtingen bereden kunnen worden.
Hier zijn dus ook aan beide zijde seinen geplaatst.
De enige uitzondering hierop is het kopspoor.
Hier is alleen een sein voor het uitrijden geplaatst. Dit is ook het enige gecombineede sein op het station.
Deze bevat buiten het bloksein ook nog een voorsein.

043 045


















Keer terug naar menu.

De bovenleiding.

Voor de bovenleiding is er gekozen voor de Viessmann masten vanwege de montage mogelijkheden, afwerking en omdat ze er mooi uit zien.
Daarnaast is de prijs natuurlijk aantrekkelijk.
Op het station is er echter geen gebruik gemaakt van de standaard masten voor de bovenleiding.
Bij het aanleggen van de bovenleiding wil ik het plaatsen van masten op de perrons zoveel mogelijk beperken.
Door de afwijkende maten in spoorafstand kunnen er geen standaard masten gebruikt worden.
Maar door de standaard masten aan te passen en te "verbouwen", is er een redelijk realistische bovenleiding opgebouwd.
Zo zijn er een acht tal overspanningen gemaakt om de station sporen "onder de draad " te brengen.
Het project is inmiddels afgerond en een uitgebreide beschrijving kun je vinden onder de rubriek "Aanleg bovenleiding".


Tunnelbouw

Tunnels kunnen op een modelbaan naar zuid Duits/Zwitsers en Oostenrijks voorbeeld niet ontbreken. Alle tunnelportalen en binnenwanden zijn geheel zelf ......

Faller Car

Tijdens de bouw van de baan is besloten om de modelbaan ook te voorzien van een Faller Car systeem. Mogelijk dat deze in de toekomst ook digitaal bestuurd.....

Terug

Terug naar home page.....




" Als je de sporen volgt, kom je vanzelf op het eindstation. "